Lintwormen bij schapen
De schapen lintworm heeft een indirecte levenscyclus heeft. Dit betekent dat een tussengastheer nodig is voor de complete ontwikkeling. De tussengastheer van de schapen lintworm is een vrijlevende grasmijt, dat vanuit de mest de lintwormeieren op eet. Deze mijt komt in zeer grote aantallen voor in Nederland, vooral op oude weides, en wordt zelfs in hooi en stro gevonden. De met lintwormlarven besmette mijten worden tijdens het grazen door de schapen opgenomen en de larven ontwikkelen zich vervolgens binnen het schaap tot volwassen lintwormen.
Omdat de lintworm de enige wormensoort is die met het blote oog in de mest van jonge lammeren kan worden gevonden, wordt ons regelmatig advies gevraagd over de bestrijding van deze worm. Alhoewel de worm er gevaarlijk uitziet, veroorzaakt hij zelden gezondheidsproblemen. Daarnaast bouwen lammeren snel weerstand op tegen de lintworm. Ons advies is om, onder normale omstandigheden, niet te behandelen.
Bij mestonderzoek worden de eieren regelmatig aangetroffen. Echter behandeling wordt vrijwel nooit geadviseerd.