Het Woud logo

Longworm onderzoek

Het longwormonderzoek wordt uitgevoerd met de Baermann methode. Hierbij wordt er niet gezocht naar wormeieren, maar naar levende longwormlarven in de mest. Dit komt doordat de eieren al in de darmen van het paard uitkomen. Het onderzoek is vooral belangrijk als ezels en paarden samen weiden of een weiland delen, omdat longwormen van ezels naar paarden kunnen overgaan.

Bij het longwormonderzoek wordt de mest voorzichtig in een zeef met een zeer fijne maaswijdte gelegd, die in een trechter wordt geplaatst. De trechter heeft onderaan een slang met een klem. Daarna wordt de trechter gevuld met lauw water, zodat de mest net onder water komt te staan. Door de fijne mazen van de zeef kunnen de larven zich door het gaas heen bewegen, terwijl de grotere mestbestanddelen achterblijven.

Dit geheel wordt minimaal 12 uur bij kamertemperatuur weggezet. De larven zinken door hun gewicht naar de bodem van de trechter en komen in de slang terecht. De klem wordt geopend en de vloeistof met larven wordt in een schaaltje opgevangen. Deze vloeistof wordt vervolgens onder de microscoop onderzocht om de aanwezigheid van larven te bevestigen.

Let op: longwormonderzoek is geen onderdeel van de reguliere monitoring die wij uitvoeren, maar wordt ingezet bij specifieke gevallen, zoals het samen weiden van paarden en ezels.

Relevante parasieten bij het longworm onderzoek: