Mestonderzoek
Bij mestonderzoek tellen wij werkelijk hoeveel wormeieren zich in de mest van uw paard bevinden. Wij wegen een kleine hoeveelheid mest af en lossen deze in een afgemeten hoeveelheid vloeistof. Vervolgens brengen wij een gedeelte van deze oplossing in een telkamer en tellen de aanwezige wormeieren onder de microscoop. De uitslag wordt uitgedrukt als het aantal worm eieren per gram mest: EPG. De uitslag geeft een goede indicatie hoe hoog de wormeiuitscheiding bij uw paard is.
Een telling van minder dan 200 eieren per gram mest (EPG minder dan 200; EPG < 200) geeft aan dat er weinig eieren leggende wormen in de darmen zijn. Een behandeling is meestal niet nodig. De uitslag van een EPG zal nooit lager gaan dan “een EPG minder dan 50″, dit is de drempelwaarde van de test. Bij vele andere laboratorium testen geldt ook dat er geen ” 0 ” uitslag wordt gegeven. Dit is (inter)nationaal zo afgesproken. Bij een positief onderzoek met een EPG boven de 200 zal enigszins afhankelijk van de vragenlijst vaak een behandeling worden geadviseerd.
In geval van een positief mestonderzoek bij uw paard kunt u de geadviseerde wormspuiten eventueel bij ons bestellen. Hiervoor moet u wel eerst inloggen.
Wat is het doel van mestonderzoek?
Moet ik wel of niet ontwormen?
Mestonderzoek geeft zeer bruikbare informatie over uw paard! De meest praktische toepassing is om te bepalen of u uw paard nu wel of niet moet ontwormen. Als u van alle paarden in een groep apart een mestonderzoek laat uitvoeren, zal slechts een gedeelte van de paarden een positief uitslag hebben. Door driemaal per jaar een mestonderzoek, in combinatie met maatregelen die de infectiedruk verlagen (bijvoorbeeld weidemanagement), kunt u samen met ons een evenwichtig wormbestrijdingsprogamma ontwikkelen waarin ontwormingsmiddelen een ondergeschikte rol spelen.
Identificeren van zogenaamde ‘uitscheiders’
Uitscheiders zijn paarden die weinig of geen weerstand opbouwen tegen wormen en veel wormeieren uitscheiden en zo het weiland/omgeving besmetten met grote aantallen wormeieren. Om de weidebesmetting tegen te gaan, maar ook om te voorkomen dat deze dieren schade oplopen door maagdarmwormen, moeten u uitscheiders regelmatig laten controleren en indien nodig behandelen. Uitscheiders vormen altijd een minderheid binnen de totale groep paarden, maar het is van groot belang om te weten welke dieren het zijn.
Bepalen of er sprake is wormresistentie bij uw paarden
In Nederland is wormresistentie een groeiend probleem. Wormresistentie houdt in dat de wormen niet meer gevoelig zijn voor (bepaalde) ontwormingsmiddelen. Om bepalen of er bij uw paarden sprake is van wormresistentie kunt u een gepaard mestmonster nemen. Na een positief mestonderzoek en een daarop volgende behandeling kunt u na een voorgeschreven interval een tweede mestmonster laten onderzoeken. Dit mestmonster moet dan negatief zijn. U test zo de effectiviteit van de behandeling.
Onderzoek van nieuw aangevoerde paarden
Om onze eigen paarden te beschermen tegen vreemde infecties is het belangrijk dat nieuw aangevoerde paarden geen wormeieren uitscheiden bij aankomst. Nog belangrijker is om te weten of de nieuwe dieren eventueel resistente wormen bij zich dragen. Laat daarom van alle dieren voordat u deze toegevoegd aan uw eigen kudde paarden een mestonderzoek uitvoeren. Dus ook van dieren die een paar dagen blijven.