Wat is resistentie?

Wormresistentie houdt in dat wormen niet meer gevoelig zijn voor bepaalde ontwormingsmiddelen. Wormresistentie is een erfelijke eigenschap van een worm, en wordt dus doorgegeven aan de nakomelingen. Resistentie is een probleem dat zich overal voordoet waar schapen worden gehouden. Er wordt gesproken over resistentie als een ontwormingsmiddel minder dan 95% van de aanwezige wormen van een wormensoort doodt.
In Zuid-Afrika is op een flink aantal bedrijven de wormresistentie tegen alle bekende wormmiddelen inmiddels zo wijd verspreid dat schapenhouderij onmogelijk is geworden.
In Schotland zijn er recent Teladorsagia wormen gevonden die resistent zijn tegen ontwormingsmiddelen uit alle drie de groepen. Deze worm is dus feitelijk niet meer te bestrijden met ontwormingsmiddelen. Een scenario dat wij in Nederland niet willen, maar dan moeten we wel nu maatregelen nemen!

Resistentie in Nederland

In Nederland is er resistentie van Teladorsagia, Trichostrongylus en Haemonchus tegen de groep 1 producten (benzimidazoles). Onlangs is er ook resistentie gevonden van Trichostrongylus wormen tegen groep 2 producten (ivermectines). In o.a.Noord-Holland bestaat er resistentie van leverbot tegen triclabendazole (o.a. Tribex®, Fasinex®).  Het in 2012 geïntroduceerde middel Zolvix is nu al niet meer werkzaam tegen Haemonchus infecties.

Wanneer vermoed ik resistentie?

Er wordt vaak gedacht dat schapen ziek worden van maagdarmworminfecties als er sprake is van wormresistentie. Dit is niet zo. Een beginnende wormresistentie manifesteert zich vaak in een matige productie van de dieren ondanks ontwormen en kan lastig te onderkennen zijn.

Er is vermoeden van wormresistentie als:

  • lammeren onvoldoende groeien net na het spenen.
  • lammeren onvoldoende groeien zelfs na herhaald toedienen van ontwormingskuren. Door de onvoldoende werking neemt de hoeveelheid wormen op het land snel toe
  • er in de herfst teveel lammeren zijn die onvoldoende gegroeid zijn. Dit zijn lammeren die vervolgens langer worden aangehouden en de wormresistentie vervolgens overdragen aan de aan te dekken ooien. Met als resultaat dat het volgend seizoen vaak onvoldoende lammeren worden geboren.

Niet altijd resistentie

Als een ontwormingskuur niet werkt hoeft dit echter niet meteen te betekenen dat we van doen hebben met resistente wormen. Oorzaken als onderdosering doordat het gewicht van de schapen te laag is ingeschat of doordat gebruik wordt gemaakt van een slecht onderhouden doseringspistool moeten eerst worden uitgesloten. Verder moet men geen verlopen ontwormingsmiddelen gebruiken en de middelen op een door de fabrikant aangeven wijze bewaren (juiste temperatuur en geen direct zonlicht)

Hoe kom ik er achter of er echt wormresistentie is onder mijn kudde?

Wilt u na een behandeling weten of de behandeling daadwerkelijk geholpen heeft? Dan kunnen wij de Worm Ei Reductie Test (WERT) uitvoeren, waarbij ook de worm eitelling techniek wordt gebruikt. Door de steeds groter wordende problemen met wormresistentie adviseren wij om de effectiviteit van uw ontwormingsmiddelen tenminste elke 2 jaar, maar beter elk jaar, te testen. Vraag hier een wormcheckkit aan!

Tips om wormresistentie te vertragen

  • Geef alleen ontwormingskuren in de juiste dosering en als uw schapen aantoonbaar wormen hebben (=positief mestonderzoek)
  • Voeg nieuwe schapen niet zomaar bij de andere schapen! Nieuwe schapen moeten in quarantaine (aparte huisvesting). Zorg dat het strooisel van een quarantaine stal niet op de wei komt
    • Behandel nieuwe aangevoerde schapen met 2 ontworminsgmiddelen; een middel uit groep 2 en een middel uit groep 3.
    • Houdt de dieren na behandeling nog tenminste 48 uur ter plekke.
    • Schaar de dieren daarna uit op een besmette weide voor tenminste 3 weken. Daarna kunt u de nieuwe dieren bij de andere dieren voegen.
    • Controleer eventueel 14 dagen na behandeling via mestonderzoek of de ontwormingskuur geholpen heeft. Daarna kunnen de dieren uit quarantaine.