Zand in de mest

Zand schuurt de maag luidt de uitdrukking. Een beetje zand hoeft op zich niet erg te zijn. Maar wat is een beetje en wanneer is het wel erg? Paarden hebben een groot darmstelsel waar een hoop zand in kan achterblijven. Bij paarden kan te veel zand tot koliek leiden. Paarden met te veel zand hebben meestal een voorgeschiedenis van begrazing op zandgronden, overbegrazing (op zanderige weides) of het voeren van ruwvoer van de grond. Voor paarden in deze risico groepen is het verstandig om regelmatig de hoeveelheid zand in de mest te laten controleren.

Zandkoliek

Zand is een veelvoorkomende oorzaak van koliek. Dieren nemen zand op tijdens het eten en dit zand stapelt zich op in de dikke darm. Het zand irriteert de darmwand, waar het dier last van heeft. Grote hoeveelheden zand kan ook lijden tot verstopping van de darm, wat in sommige gevallen fataal is.
De symptomen van zandkoliek kunnen wisselen bij ieder paard. Meestal hebben paarden met zandkoliek, (lichte) koliek aanvallen gedurende meerdere maanden, die uiteindelijk kunnen leiden tot een acute heftige koliek aanval.

Koliek verschijnselen als sloom en verminderde eetlust, verhoogde ademhalingsfrequentie, rollen, het kijken naar de eigen flanken, onrustig, slaan met achterbenen naar de buik, veelvuldig urineren kunnen optreden.
Paarden met zandkoliek hebben soms ook periodes met terugkerende diarree vóór het optreden van de koliek symptomen.

Neem altijd contact op met uw dierenarts als uw paard koliek heeft.

Testen op zand

Dit doen wij door een afgewogen hoeveelheid mest in water op te lossen en de hoeveel zand dat overnacht uitzakt te bepalen. Op deze manier kunnen we de hoeveelheid zand kwantificeren. Testresultaten van VPL het Woud worden uitgedrukt als percentage zand in de mest, bijvoorbeeld een uitslag 5% zand betekent dat 5% van het totale gewicht aan mest uit zand bestaat.

De hoeveelheid zand in de mest kan variëren over een korte periode. Soms zien we geen of weinig zand in mest terwijl de paarden toch (te) veel zand in de darmen bij zich dragen. Wij adviseren daarom als de eerste keer geen zand is gevonden de test enkele dagen later te herhalen.
Als er wel zand is gevonden en wij preventieve maatregelen aanraden om de zand opname te verminderen adviseren wij om het paard nogmaals te laten onderzoeken enkele weken nadat deze maatregelen zijn getroffen.

Het is daarom aan te raden om meteen twee zandtesten te bestellen.

Echografie en röntgenfoto’s kunnen ook worden gebruikt voor het aantonen van zand in de darmen.

Behandeling

Behandeling is meestal succesvol als deze vroeg wordt gestart. Daarom is het belangrijk om paarden die risico lopen regelmatig te controleren op de hoeveelheid zand in de mest.
Dieren met te veel zand in de mest zonder symptomen van koliek krijgen laxeermiddelen zoals Psyllium, met of zonder magnesiumsulfaat (bitterzout). Psyllium (zaad vezels) heeft een mild laxerende werking. Psyllium trekt water aan en vormt zo een gel in het maagdarmkanaal. De ontlasting wordt daardoor zachter, neemt in volume toe (dit stimuleert de darmwerking) en verlaat sneller en gemakkelijker het lichaam.
Als het paard koliek verschijnselen vertoont zal de dierenarts ook andere therapieën instellen, afhankelijk van de toestand van het paard.

Preventie

Bij de preventie is het doel om de opname van zand te vermijden en zo zandkoliek te voorkomen.

  • Voer paarden niet van de grond. Gebruik grote, hoge voerbakken en plaats deze op rubber matten zodat paarden geen zand opnemen wanneer ze opzoek gaan naar gevallen voer. U kunt ook hooinetten gebruiken, ook deze hooinetten ophangen boven de rubber matten.
  • Vermijd overbegrazing van weides. Paarden hebben meer kans om zand op te nemen als het gras kort of schaars is, waardoor ze te dicht bij de grond moeten grazen.  Is overbegrazing onvermijdelijk laat dan de mest vaker op zand controleren. U kunt eventueel profylactisch Psyllium aan deze paarden voeren. Er zijn meerder producten op de markt speciaal voor paarden. Lees de gebruiksaanwijzing voor toedienen.
  • Niet elk paard op een zanderige grond heeft een profylactische behandeling met psyllium nodig. Alleen paarden waarbij zand in mest wordt aangetoond hoeven behandeld te worden.
  • Geef paarden een zoutblok. Paarden die te weinig zout binnen krijgen kunnen zand of aarde eten.
  • Geef ruim hooi. Een dieet met veel ruwvoer helpt bij het verwijderen van zand uit de darmen.

Belang van veel ruwvoer

Een recente studie aan de Universiteit van Florida vergeleek vier manieren om zand uit de darmen van het paard te verwijderen.

  1. Alleen hooi gevoerd tot 1,5% van het lichaamsgewicht
  2. Alleen hooi gevoerd tot 2,5% van het lichaamsgewicht
  3. Hooi gevoerd tot 1,5% van het lichaamsgewicht plus éénmaal daags een dosis Psyllium
  4. Hooi gevoerd tot 1,5% van het lichaamsgewicht plus tweemaal daags een dosis Psyllium

Ze ontdekten dat het beste resultaat en het meeste zand uit de darmen werd afgevoerd bij de dieren in groep 2 (hooi gevoerd tot 2,5% van het lichaamsgewicht).

Bestel nu de Zandcheckkit en kijk hoeveel zand uw paard in de mest heeft.